Roeivereniging Rijnland
Donderdagmiddag, 13.00
Met toenemende twijfel kijk ik naar mijn bord, wanhopig op zoek naar een spatje kleur. Ik faal. Het is alleen een zorgwekkende kleur beige. De andere meiden kijken met evenveel walging naar hun bord. Ik proef ervan. Het smaakt zout. Ik voel mijn nieren langzaam een witte vlag zwaaien.
Het is de eerste dag van de Coupe de la Jeunesse in Tsjechië. Vanaf het begin van de zomervakantie (13 juli) zijn Eva en ik (Juliette) ongeveer elke dag naar de Bosbaan in Amsterdam gegaan. Met de trein, want we hebben nog geen rijbewijs. Meestal trainen we daar twee keer op een dag. En dat allemaal voor dat ene weekend: 9 en 10 augustus.
Het zal het hoogtepunt worden van wat al één van de meest fantastische ervaringen van mijn leven is geweest: Wedstrijdroeien, op Rijnland, onder leiding van de meest geduldige en enthousiaste mensen die ik ooit heb ontmoet.
Die donderdag dus. Toen we naar Račice reden (waar de Coupe plaatsvond dit jaar), haalden we de Belgische botenwagen in. Mijn anders rationele, geduldige en pacifistische ouders hadden al plannen met een schroevendraaier en de Belgische boten, maar helaas (voor mijn ouders dan) hadden we ze al ingehaald, voordat die plannen met 100 km/h uitgevoerd konden worden. Zodra we in Račice aankwamen begon het te stortregenen, dus het voelde alweer bijna als thuis. We renden naar binnen, ook op zoek naar lunch, en kregen het ‘eten’ uit de eerste alinea voorgeschoteld. Daarna hadden wee nog een korte training, en toen gingen we naar waar we zouden slapen. Niet waar de equipes van de andere landen logeerden, nee. De Nederlanders sliepen ergens anders. “Ergens anders” diende de rest van het jaar als jeugdinternaat, dus je begrijpt dat de gezelligheid van het gebouw ver te zoeken was. Op vrijdag kregen de Nederlanders een huurfiets aangereikt, terwijl de andere landen een bus kregen. En er werd een Lidl ontdekt tussen de baan en het internaat en werd voortaan gebruikt als locatie van het noodrantsoen als het eten echt niet te doen was. Die dag was er ook de openingsceremonie (saai, maar we zagen wel mooi onze slag shinen), en een gedeelte van de wedstrijden voor de reserves (de rest zou zaterdag- en zondagochtend gehouden worden). Onze reserve, Tess, deed enorm haar best in de skiff, maar de andere meiden gingen gewoon te snel. (Sneller dan ik. Als reserves. Daar gaat mijn zelfvertrouwen). En toen was het eindelijk zover: Zaterdagochtend. Onze race zou pas om 14.00 plaatsvinden, dus we besteedden eerst een ochtend aan het kijken van de andere races. De jongensskiff, Hugo, is pas 16 en werd derde, en daarmee ook de enige van het Nederlandse equipe die op zaterdag blik haalde. Daarna werd een nieuwe tactiek aangenomen binnen onze acht: Alles wat Hugo doet, doen wij ook. Dus het was met die redenering in gedachten dat onze coach naar de Lidl fietste om daar citroenen te halen. Hugo beet blijkbaar voor elke wedstrijd in een partje citroen, om zijn luchtwegen open te houden. Toen we bij de start lagen, haalde onze stuur een zakje met partjes citroen tevoorschijn, waar wij in moesten bijten, en daarna uitspugen. Dit werd met veel tegenzin gedaan, maar ik stel me zo voor dat het er voor de andere achten heel intimiderend uit moet hebben gezien.
En toen lagen we opeens aan de start. U kent vast wel die sfeer van complete stilte en concentratie voor een wedstrijd, die bijna erger is dan de wedstrijd zelf. Dan zie je het rode stoplicht aangaan, je hoort de stuur ‘gereed’ zeggen, en dan is het groene stoplicht opeens aan en ben je gestart. Het was best een goede start (voor ons dan), maar na ongeveer de eerste twintig halen viel de coxbox uit. We hadden wel een raceplan, maar zonder coxbox valt dat natuurlijk in het water (haha). We hebben echt ons best gedaan, hebben zelfs nog iets wat op een eindsprint leek tevoorschijn gehaald, maar het was niet genoeg. We werden vijfde (van de vijf, voor het geval u denkt dat we vijfde van de zes zijn geworden). De nabespreking was natuurlijk één en al balende gezichten, en het was zelfs zo erg dat de coaches het opgaven en ons naar wachtende familie op de tribune lieten gaan.
De manier waarop onze acht in elkaar zat was als volgt: Er waren twee vierzonders geweest die mee wilden naar de Coupe, en vier anderen die in de acht zouden gaan. Op de coupe zijn er twee wedstrijddagen, en alle velden worden op beide dagen gedaan. Het plan was dat de ene vierzonder op zaterdag in de acht ging en de andere in de vierzonder, en op zondag omgekeerd.
Dus, nadat we onze ouders hadden begroet en we ons avondeten op hadden (pasta), en de coaches de coxbox hadden gerepareerd, gingen we naar het internaat en werd er nog een keer voorbesproken. Het raceplan was als volgt: Hard starten, dat zo lang mogelijk volhouden totdat er rond de 1700 meter een eindsprint uit werd geperst. Of, zoals het tegen ons werd gezegd in de boot en aan de kant: ‘We gaan starten, na 500 meter goed doorstarten, bij de 1000 meter mentaal herstarten en rond de 1700 meter een sprint.’
Onze race die dag startte om 11.00. Na een hele gestresste ochtend beten we opeens weer in de citroenen voor de start. We hadden de dag ervoor natuurlijk al tegen dezelfde boten geracet, dus we wisten wat we konden verwachten, maar dat maakte de zenuwen er niet minder om. Toen het groene stoplicht aanging startten we goed weg. Na de start lagen we vierde. Voor ons Italianen, Britten en Fransen. Al vrij snel lagen we voor op de laatste boot (de Denen), die zaterdag derde waren geworden. Onze tactiek van starten, doorstarten en herstarten voorkwam natuurlijk niet dat we na een kilometer al best moe waren. Ons stuurtje moest enorm haar best doen om iedereen alles te laten geven, zeker in die derde vijfhonderd meter. Toen passeerden we opeens de vijfhonderd-meter-lijn. Tegen die tijd waren we allemaal kapot, maar de stuur zag dat we in aan het lopen waren op de Fransen, die derde lagen. Toen maakte ze de beslissing die voor ons de wedstrijd zou veranderen: Ze zette de eindsprint vroeg in. Opeens hoorden we haar commando: Twee tempi erbij. We waren allemaal moe en verzuurd (maar nog steeds goed aan het ademen door de citroenen van Hugo), maar toch lukte het om met z’n allen nog één keer alles op alles te zetten. Ik heb nog nooit zoiets moeilijks gedaan als het proberen om m’n lichaam zover te krijgen om toen een eindsprint in te zetten. Ik zat er volledig doorheen, maar toen voelde ik de boot opeens nog extra snelheid krijgen van de andere meiden, en toen ging het eigenlijk heel makkelijk. Zo rond de 200 meter keek ik (heel illegaal, ik weet het) opzij om te kijken waar we lagen, en zag ik het puntje van de Fransen. Dat was precies genoeg om ons over de finishlijn te krijgen.
En toen waren we plotseling klaar, en waren we zowaar derde geworden, tegen al mijn verwachtingen in (niet tegen de coaches zeggen). Ik heb nog nooit een boot zo blij gezien met een derde plaats. We legden aan bij het erevlot, en kregen ons blik.
Al met al was het de mooiste afsluiting van wat voor ons een fantastisch jaar was.
Juliette Goodall
Recreatiegebied Vlietland
Oostvlietweg 63
2266 GN LEIDSCHENDAM
071-5610314
NL07 INGB 0000 7056 66
siraterceS.[antispam].@rvrijnland.nl
Recreatiegebied Vlietland
Oostvlietweg 63
2266 GN LEIDSCHENDAM
071-5610314
NL07 INGB 0000 7056 66
siraterceS.[antispam].@rvrijnland.nl
Caré Groenendijk
21 aug 2024 14:50
Zo'n beeldende en uitgebreide beschrijving van jullie belevenissen, mooi voor alle Rijnlanders om mee te lezen. Dank voor het delen en groot compliment. En roeiend de eer van Nederland hoog gehouden in een groot internationaal veld. Super gedaan !!
Saskia de Vlas
19 aug 2024 20:03
Wat een leuk stukje en van harte gefeliciteerd meiden. Een Goed Begin.... Saskia